13-Jul-2023, 10:16 PM
De volgende morgen maakte ik een korte wandeling in het Meerdaalwoud, brak mijn tentje op, maakte een ontbijt op basis van noedelsoep, bracht een bezoek aan het ecotoilet, was een tijd lang bezig met de bepakking van mijn fiets, en vertrok uiteindelijk om kwart over tien.
Via afwisselend doorgaande wegen en landweggetjes reed ik via Hamme-Mille, Roux-Miroir, Incourt, Opprebais, Perwez, Aische-En-Refail, Liernu, Emines, Saint-Marc, Saint-Servais naar Namur. Op sommige doorgaande wegen was het voor mij onduidelijk of fietsen er toegelaten waren. Ik reed er maar wel om niet te hoeven omfietsen. Automobilisten haalden over het algemeen op veilige afstand in. In afgelegen dorpen lagen vaak kasseien, ik ben door de moeite om daar overheen te geraken en tegelijk de navigatie in de gaten te houden vergeten daar een foto van te schieten.
Ik bereikte om kwart voor éen de noordkant van Namur, keek een half uur rond in het centrum, en stond om half twee op de Maaskade waar een RAVeL fietsroute langs de Maas loopt.
Ik navigeerde deze dag zonder een van te voren uitgerekende route. Ik verloor tijd door te proberen over de meest oostelijke brug van Namur over te steken naar de zuidoever van de Maas, wat niet ging omdat de infrastructuur daar echt alleen voor auto's gemaakt bleek, zodat ik twee kilometer terug moest naar de brug bij het centrum. De RAVeL fietsroute langs de zuidoever van de Maas loopt langs veel industriezones waar je soms omheen moet. De tot fietspad omgevormde kadeweg tussen de industriezones is van wisselende kwaliteit. Een niet zo oplettende fietser zou op sommige stukken zo de Maas in kunnen rijden.
Vanuit het westen aankomend in Huy zie je een imposant fort boven de stad uittorenen, "construit entre 1818 et 1823 par les Hollandais sur le site de l'ancien château «li Tchestia»". Ik zag een informatiebord over het fort bij een omhoog lopend weggetje, en een scholier die daar op de mountainbike omhoog reed. Mijn navigatie liet een weg met haarspeldbochten zien, en dan een paar honderd meter wandelpad waarmee ik vanaf het fort het centrum van de stad kon bereiken. Ik duwde mijn fiets de steile toegangsweg naar het fort op, en trof aan het einde een trap verder omhoog aan. Ik hou niet zo van teruggaan, en na enige twijfel tilde ik mijn fiets met bagage en al, 35 a 40 kilo en daarbij ruim boven de arbonormen de trap op. Zo bereikte ik de ingang van het fort. Ik had er geen tijd en geld voor over om het van binnen te gaan bezichtigen. Wat verderop kwam er nog een trap en daar tilde ik mijn fiets ook nog tegenop. Ik zag aan de andere kant in de diepte de stad liggen, het was allemaal wat steiler dan ik had gedacht. Ik vervolgde het smalle overharde wandelpad met nog meer haarspeldbochten, en diverse smalle trappetjes waar ik mijn fiets weer vanaf tilde. De laatste trap was de smalste en bracht me op het startpunt van de sentier touristique aan de Rue sous le Château. Ik was een half uur verder en flink afgepeigerd. Ik keek nog wat rond in het oude centrum en vervolgde om even over vier mijn route langs de Maas.
Via afwisselend doorgaande wegen en landweggetjes reed ik via Hamme-Mille, Roux-Miroir, Incourt, Opprebais, Perwez, Aische-En-Refail, Liernu, Emines, Saint-Marc, Saint-Servais naar Namur. Op sommige doorgaande wegen was het voor mij onduidelijk of fietsen er toegelaten waren. Ik reed er maar wel om niet te hoeven omfietsen. Automobilisten haalden over het algemeen op veilige afstand in. In afgelegen dorpen lagen vaak kasseien, ik ben door de moeite om daar overheen te geraken en tegelijk de navigatie in de gaten te houden vergeten daar een foto van te schieten.
Ik bereikte om kwart voor éen de noordkant van Namur, keek een half uur rond in het centrum, en stond om half twee op de Maaskade waar een RAVeL fietsroute langs de Maas loopt.
Ik navigeerde deze dag zonder een van te voren uitgerekende route. Ik verloor tijd door te proberen over de meest oostelijke brug van Namur over te steken naar de zuidoever van de Maas, wat niet ging omdat de infrastructuur daar echt alleen voor auto's gemaakt bleek, zodat ik twee kilometer terug moest naar de brug bij het centrum. De RAVeL fietsroute langs de zuidoever van de Maas loopt langs veel industriezones waar je soms omheen moet. De tot fietspad omgevormde kadeweg tussen de industriezones is van wisselende kwaliteit. Een niet zo oplettende fietser zou op sommige stukken zo de Maas in kunnen rijden.
Vanuit het westen aankomend in Huy zie je een imposant fort boven de stad uittorenen, "construit entre 1818 et 1823 par les Hollandais sur le site de l'ancien château «li Tchestia»". Ik zag een informatiebord over het fort bij een omhoog lopend weggetje, en een scholier die daar op de mountainbike omhoog reed. Mijn navigatie liet een weg met haarspeldbochten zien, en dan een paar honderd meter wandelpad waarmee ik vanaf het fort het centrum van de stad kon bereiken. Ik duwde mijn fiets de steile toegangsweg naar het fort op, en trof aan het einde een trap verder omhoog aan. Ik hou niet zo van teruggaan, en na enige twijfel tilde ik mijn fiets met bagage en al, 35 a 40 kilo en daarbij ruim boven de arbonormen de trap op. Zo bereikte ik de ingang van het fort. Ik had er geen tijd en geld voor over om het van binnen te gaan bezichtigen. Wat verderop kwam er nog een trap en daar tilde ik mijn fiets ook nog tegenop. Ik zag aan de andere kant in de diepte de stad liggen, het was allemaal wat steiler dan ik had gedacht. Ik vervolgde het smalle overharde wandelpad met nog meer haarspeldbochten, en diverse smalle trappetjes waar ik mijn fiets weer vanaf tilde. De laatste trap was de smalste en bracht me op het startpunt van de sentier touristique aan de Rue sous le Château. Ik was een half uur verder en flink afgepeigerd. Ik keek nog wat rond in het oude centrum en vervolgde om even over vier mijn route langs de Maas.